[03-01616-NL] De Interface Instellingen configureren vanuit het Interface Menu van het product

De volgende pagina's zijn vertaald door een automatisch vertaalsysteem.
Let op: het automatische vertaalsysteem is niet 100% nauwkeurig.
Sommige woorden, waaronder eigennamen, kunnen verkeerd vertaald zijn.

Configureer de instellingen met betrekking tot de interfaces via het menu [Interface]in de Modus Instellingen van het product.

1.	Druk op de knopin de Online-modus.

Het product schakelt over naar de modus Offline.

2.	Druk op de knop.

Het product schakelt over naar de modus Instellingen.

3.	Selecteer[Interface]met de knoppen/.

4.	Druk op de knop.

De itemlijst wordt weergegeven.

5.	Selecteer de interface met de knoppen/.

[Netwerk]

Stelt de LAN-verbinding en draadloze LAN-verbinding in.

[IEEE1284]

Stelt de IEEE1284-verbinding in.

Verschijnt alleen als de Combo interface board is geïnstalleerd.

[RS-232C]

Stelt de RS-232C aansluiting in.

Verschijnt alleen als de Combo interface board is geïnstalleerd.

[USB]

Stelt de USB-verbinding in.

[Bluetooth]

Stelt de Bluetooth-verbinding in.

[NFC]

Stelt de NFC-verbinding in.

*Deze functie wordt ondersteund op producten met serienummer 6B~ en hoger.

[Negeer CR/LF]

Negeert CR/LF-codes.

[Negeer CAN/DLE]

Negeert CAN/DLE-codes.

[Externe I/O]

Stelt het externe signaal (EXT) in.

Verschijnt alleen als de Combo interface board is geïnstalleerd.

[RFID](CL4NXalleen)

Stelt de RFID in.

Verschijnt alleen voor het model RFID.

6.	Druk op de knop.

De instellingsitems van de geselecteerde interface verschijnen.

Wijzig de instellingen overeenkomstig de communicatievoorwaarden van het aangesloten netwerk en de aangesloten computer.